Wie malaria overleeft, kan de parasiet nog zeker een jaar zonder ziekteverschijnselen in het bloed hebben. Volgens Teun Bousema van het Radboudumc in Nijmegen is deze ‘stille malaria’ het grootse probleem bij het uitroeien van de ziekte. ‘Uit ons onderzoek blijkt dat driekwart van de besmette mensen geen symptomen heeft.’
De belangrijkste vraag van het onderzoek van Bousema en collega’s, dat onlangs in Nature verscheen, ging over de hoeveelheid parasieten in het bloed. Hij wilde uitzoeken welke concentraties zo laag zijn dat ze de ziekte niet kunnen verspreiden. Het antwoord vertelt hoe gevoelig tests moeten zijn voor het uitroeien van malaria. ‘Het blijkt dat mensen met slechts één parasiet per microliter bloed, alsnog vijf procent van de muggen die hen steken kunnen besmetten,’ zegt Bousema. ‘Deze lage concentraties vind je vaak bij resistente volwassenen die immuun zijn en geen last hebben van de parasiet. Maar een mug die hen steekt, kan de ziekte wel overbrengen. Baby’s kunnen hier gemakkelijk dood aan gaan.’
Microscoop
De aanval tegen de ziekte wordt ingezet met grote screenings. Hierbij worden zowel mensen met symptomen getest, als mensen die gezond lijken. Patiënten bij wie de test malaria uitwijst, krijgen medicijnen voorgeschreven. Deze methode moet de ziekte snel uit de wereld helpen. Maar de aanpak is niet waterdicht. Een groot probleem is dat de tests niet erg gevoelig zijn.
Het traditionele testmiddel is de microscoop. ‘Hiermee kan je de ziekte vaststellen wanneer iemand meer dan 100 parasieten per microliter bloed in zich heeft,’ zegt Bousema. ‘Bij een lagere concentratie, kan een patiënt onterecht ‘niet geïnfecteerd’ worden verklaard’. Omdat deze mensen geen behandeling krijgen, blijft malaria aanwezig in een gemeenschap en kan de parasiet opnieuw verspreiden.
Schoenendoos
De laatste jaren maken artsen vaker gebruik van moleculaire tests. Hiermee zoeken ze in het bloed naar genetisch materiaal van de parasiet. Moleculaire tests zijn al veel gevoeliger dan de oude microscoopmethode. Maar nog altijd glippen mensen met lage malariaconcentraties door de tests heen.
Onderzoekers willen nu de lab-on a-chip methode inzetten bij malariadetectie. ‘Met deze goedkope methode kunnen we parasieten beter opsporen,’ zegt Bousema. ‘Je hebt hierbij niet meer nodig dan plastic chips, een machine zo groot als een schoenendoos en een laptop.’
Lab-on-a-chip kijkt niet naar DNA van de parasieten, maar naar RNA. Een malariaparasiet kan honderden RNA-kopieën in het bloed verspreiden. ‘Die kan je gemakkelijker aantonen dan DNA, wat minder voorkomt in het bloed.’
Medicijnen
Maar alleen weten welke mensen besmet zijn is niet voldoende. Goede behandeling zijn ook nodig. ‘Bij malaria is dat vaak lastig,’ zegt Bousema. ‘De parasiet raakt gemakkelijk resistent tegen medicijnen.’
Toch zien we ook op dit gebied hoopvolle ontwikkeling. ‘Binnenkort verschijnt een artikel over een combinatie van medicijnen. Die combinatie zorgt ervoor dat de ziekte binnen twee dagen niet meer besmettelijk is.’
Uitroeien
‘Ik kan niet voorspellen of we malaria ooit helemaal zullen uitroeien. De komende tien jaar gaat het in ieder geval niet gebeuren,’ zegt Bousema. ‘Maar voor individuele landen is het wel haalbaar. In Sri Lanka is malaria bijvoorbeeld al helemaal uitgeroeid, en in Zanzibar zijn ze ook goed op weg.’
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: