Stuiterend, schuivend en wiebelend. De manier waarop de Huygens-ruimtesonde zo’n 7 jaar geleden op het oppervlak van Titan landde, onthult nu hoe de bodem van de maan eruit ziet.

Titan, de grootste maan van Saturnus, heeft een oppervlak van zacht, vochtig zand dat bedekt is met een broze korst. Dat leiden wetenschappers af uit een reconstructie van de landing van de Huygens-sonde op het maanoppervlak. Huygens bereikte Titan al in januari 2005. Sindsdien is de maan het verste hemellichaam dat door een sonde is bezocht. De recente analyse biedt, bijna acht jaar na de landing, nieuwe inzichten.

Esa-wetenschappers bestudeerden de gegevens van diverse meetinstrumenten die actief waren tijdens de landing, zoals bijvoorbeeld een versnellingsmeter. Uit de metingen bleek dat Huygens bij touchdown een deuk van zo’n 12 centimeter in het maanoppervlak sloeg. Daarna stuiterde de sonde een keer en gleed hij vervolgens zo’n 30 tot 40 centimeter vooruit. Daar wiebelde Huygens vijf keer op en neer. Het duurde zo’n 10 seconden tot het apparaat tot stilstand was gekomen.

Blik op de bodem

De val onthult hoe het titanoppervlak eruit ziet. ‘Een piek in de versnellingsgegevens laat zien dat de sonde gedurende de eerste wiebelbeweging een steen tegen kwam die zo’n 2 centimeter uit het oppervlak van Titan stak. De steen is door de sonde in de grond geduwd. Dit laat zien dat de bodem bestaat uit zacht, vochtig zand’, aldus Stefan Schröder van het Max Planck Institute for Solar System Research.

Dit vochtig zand is echter niet de bovenste laag. Die moet namelijk hard genoeg zijn om een wiebelende beweging te ondersteunen. Co-auteur Erich Karkoschka legt uit dat het zachte zand bedekt is met een korst. ‘Het is net sneeuw die bovenop bevroren is. Als je voorzichtig loopt, lijkt het een vast oppervlak. Maar als je iets te hard stapt, breek je de toplaag.’ Het feit dat stof opvloog gedurende de landing lijkt die conclusie te ondersteunen.

Ans Hekkenberg

Afbeelding: NASA/JPL/ESA