Tijgers die in bevolkte gebieden leven, passen zich aan hun menselijke buren aan. Biologen ontdekten dat de tijgers ’s nachts actiever worden om ongestoord op pad te kunnen gaan.

Het onderzoek vond plaats in het Chitwan-park in Nepal, waar zo’n 212 tijgers leven. Mensen die aan de rand van het gebied wonen, betreden regelmatig de buitenste paden van het park om bijvoorbeeld hout te verzamelen. Tot voor kort dachten biologen dat tijgers zich alleen op mensvrij terrein wagen, en dus zulke randgebieden mijden. Dit idee was zelfs zo gangbaar dat bewoners soms gedwongen uit gebieden moesten verhuizen om ruimte te maken voor het roofdier.

Duurzaamheidsonderzoeker Jianguo Liu lijkt deze theorie nu definitief te weerleggen met zijn publicatie in Proceedings of the National Academy of Sciences. Gedurende twee jaar bestudeerde zijn team duizenden beelden van fotocamera’s die in het park waren geplaatst. De camera’s, die reageerden op beweging, lieten zien dat tijger en mens de paden ongestoord deelden door deze op verschillende tijden te bewandelen. Hoewel de katachtigen normaal gesproken zowel overdag als ’s nachts actief zijn om te jagen en hun territorium te bewaken, verschenen de dieren in Chitwan alleen op nachtelijke tijdstippen, wanneer mensen het terrein hadden verlaten.

Promovendus Neil Carter, die deel uitmaakte van het onderzoeksteam, benadrukt in een persverklaring het belang van deze ontdekking. Gezien tijgers en mensen van dezelfde gebieden gebruikmaken zou er altijd conflict zijn tussen mens en dier, stelt hij. Dat de dieren zich lijken aan te passen, geeft goede hoop voor de toekomst van de tijger, aldus Carter.

Ans Hekkenberg

Afbeelding: Center for Systems Integration and Sustainability, Michigan State University