Een enorme wolk waterdamp rond een rode reus dankt haar bestaan aan ultraviolet licht.
Op slechts vijfhonderd lichtjaren van de zon staat de ster IRC+10216, nauwelijks zichtbaar met het blote oog door een dikke schil stof rondom de ster, maar in infrarood licht een van de helderste. Het is een rode reus, een stervende ster die rijk is aan koolstof. Hij is enkele malen zwaarder dan onze zon, met een straal groter dan de afstand zon-Mars.
In 2001 zagen astronomen dat er enorm veel waterdamp rond deze ster was. Dankzij de ruimtetelescoop Herschel, die infrarood licht waarneemt, is nu duidelijk dat ultraviolet licht van andere sterren gezorgd heeft voor het ontstaan van watermoleculen. Koolstofverbindingen en water, zoals aanwezig rond IRC+10216, waren essentieel bij het ontstaan van leven op aarde.
Volgens Leen Decin, een astronome aan de Katholieke Universiteit Leuven, bewijzen de waarnemingen van de Herschel-telescoop hoe betere instrumenten tot een nieuw beeld kunnen leiden. Het bleek dat het water rond de ster een temperatuur van -200°C tot 800°C had, en zich derhalve vrij dicht bij de ster bevond. Dat sloot uit dat kometen het water daar hadden afgeleverd, omdat die op zo’n kleine afstand niet stabiel zijn.
Decin en haar collega’s zagen in de gedetailleerde opnamen dat de schil van stof rondom IRC+10216, waarin zich de watermoleculen bevinden, nogal klonterig was. Deze waarnemingen leidden tot de theorie dat ultraviolet licht van omliggende sterren diep in de stofschil kan doordringen en daar moleculen zoals koolstofmonoxide en siliciummonoxide kan afbreken. De zuurstofionen die daarbij ontstaan, koppelen daarna aan de ruim aanwezige waterstofionen en deeltjes.
Volgens Decin is dat de enige mogelijke verklaring voor water rond IRC+1026 met zo’n hoge temperatuur. Nu hoopt het team vergelijkbare situaties rondom andere koolstofsterren te ontdekken.
Erick Vermeulen