Een beter inzicht in de verfsamenstelling van oude schilderijen helpt musea bij het conserveren van kostbare doeken.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) stelt 4,5 miljoen gulden beschikbaar voor onderzoek naar oude schilderijen. De onderzoekers zullen de verfopbouw en -structuur bekijken van schilderijen van Van Gogh, Rembrandt, Van Eijk en enkele andere schilders vanaf de vijftiende eeuw. Natuurwetenschappers, restauratoren en kunsthistorici gaan gezamenlijk gedurende vijf jaar de geheimen van de schilderverf ontrafelen. Met die kennis kunnen musea hun doeken beter conserveren.
Tot nu toe is er weinig bekend over de manier waarop verf werd bereid, en waar de grondstoffen vandaan kwamen. Als dergelijke informatie er wel is, kunnen experts in de toekomst gemakkelijker vaststellen of een schilderij authentiek is of niet. Ook gaan de onderzoekers door analyses van stukjes verf, bindmiddelen en pigmenten na welke fysische en chemische veranderingen zich in de loop der tijd in schilderijen voltrekken.
Voor het project beschikken de wetenschappers, naast monsters van schilderijen, over originele verftubes en paletten van Van Gogh.
