Na de euforie komt de nuchterheid: misschien is de ‘buitenaardse’ arseen-etende bacterie waarmee Nasa vorige week groot nieuws oogstte vooral een meetfout.


De kritiek richt zich op een zwak punt dat de onderzoekers zelf ook erkennen: dat de bacterie in het laboratorium werd opgekweekt en niet met arseen in zijn DNA in de natuur werd aangetroffen.

‘Het is zeker niet zo dat hij zonder fosfor kan overleven’, zegt biologisch-chemicus Mathieu Noteborn van de Universiteit Leiden desgevraagd tegen NWT. En in Het Parool wijst ook microbioloog Jef Huisman erop dat de onderzoekers hun bacterie behalve met arseen ook met fosfor hebben gevoed. ‘Die minieme hoeveelheid fosfaat is voldoende, de bacterie heeft helemaal geen arseen nodig.’

In het Financieele Dagblad is hoogleraar biotechnologie Huub Schellekens meedogenloos. ‘Nasa heeft ons weer eens gefopt met al die heisa, terwijl we toch beter hadden kunnen weten. De biologische kennis van die organisatie is niet erg groot.’ De ontdekking is volgens Schellekens ‘hoogtens een curiosum’. ‘Dit heeft geen enkele implicatie over hoe DNA werkt of op ons denken over het leven.’

Modder
Vorige week beschreef Felisa Wolfe-Simon in het blad Science hoe ze bacteriën had opgeschept uit de modder van het zwaar met arseen vervuilde Mono-meer in Californië. In het lab had ze de microben vervolgens met steeds grotere hoeveelheden arseen opgekweekt, tot ze arseen in hun DNA hadden, op plekken waar normaal gesproken fosfaatgroepen zitten.

Maar wie tussen de regels door leest, ziet dat de ‘revolutionaire ontdekking’ ook weer niet zo heel bijzonder is. Zo moesten Wolfe-Simon de bacteriën heel langzaam aanleren om met arseen om te gaan en was er nog altijd een klein beetje fosfor in de experimenten aanwezig: die zat in de modder waarin ze de bacteriën kweekte.

Bovendien zijn er meer organismen die in geval van nood ongewone elementen in hun systeem gebruiken. Zoals slakken: die vervangen soms het ijzer in hun bloed door koperatomen.

Broddelwerk
Zo bijzonder is de arseenbacil daarom niet, zeggen de critici. Jef Huisman in het Parool: ‘Het is gewoon een neefje van de bekende bacterie E. coli.’ En Huub Schellekens: ‘Het arsenicum vervangt fosfor slechts als cement in de suikerketen waaraan de moleculen met erfelijke informatie zijn opgehangen.’ Dat heeft dus niets te maken met een totaal ander principe van genetische-informatieverwerking.

Vernietigend is ook de kritiek op de details van het laboratoriumonderzoek. Zo gelooft de Amerikaanse chemicus en autoriteit op het gebied van alternatieve DNA-vormen Steven Benner niets van de ontdekking. Bij hun analyse gebruikten Wolfe-Simon en collega’s waterhoudende gels, legt hij uit in het blad New Scientist, en dat heeft de onhebbelijkheid dat arsenaat erin oplost. ‘Ik betwijfel deze resultaten’, zegt hij dan ook.

Broddelwerk, vindt ook Jef Huisman. ‘Voor deze onderzoekster zit er niets anders op dan teruggaan naar het laboratorium en de proef herhalen in een schone omgeving.’

Dat Nasa de resultaten groots naar buiten bracht, is volgens critici als Schellekens een geldkwestie voor de door bezuinigingen geplaagde organisatie. Ook NWT-hoofdredacteur Maarten Keulemans schreef vorige week al in zijn weblog dat Nasa vooral de virale marketing had ontdekt, in plaats van een nieuwe levensvorm.