Voor het eerst is er concreet bewijs gevonden dat verschillen in de hersenen vroege vogels onderscheiden van mensen die graag laat opblijven. Deze verschillen kunnen verklaren waarom nachtbrakers een groter risico lopen op een depressie.
Om dit te onderzoeken, heeft Jessica Rosenberg van de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule in Aken samen met collega’s DTI-scans gemaakt van de hersenen van 16 vroege vogels, 23 nachtbrakers en 20 mensen die hier tussenin zitten. De DTI-scan is een variant van de bekendere MRI-scan en kan de zenuwbanen in de hersenen beter in beeld brengen. Hieruit bleek dat nachtbrakers over minder witte stof beschikken dat zorgt voor informatieoverdracht in de hersenen. Hierdoor wordt een storing veroorzaakt op plekken die in verband worden gebracht met depressie.
Eerdere studies toonden aan dat opblijvers slechter slapen, overdag vermoeider zijn en meer tabak en alcohol nuttigen – verschijnselen die volgens de onderzoekers doen denken aan een chronische vorm van jetlag. ‘We denken dat de verminderde witte stof in de hersenen wordt veroorzaakt doordat nachtbrakers lijden aan deze permanente jetlag’, zegt Rosenberg. Toch is er volgens haar meer onderzoek nodig om deze oorzaak-gevolgconclusie te kunnen bevestigen.
Ontregelde biologische klok
Hoewel het aannemelijk is dat tabak en alcohol de vermindering in witte stof veroorzaken, zouden ook genen die de biologische klok ontregelen een oorzaak kunnen zijn. Bovendien is het niet duidelijk of deze verandering in de hersenen gevolgen heeft voor de gezondheid van de mens.
‘Het is interessant om te zien dat er individuele verschillen zijn, maar we moeten ook proberen te begrijpen wat de oorzaak is en op wat voor manier we deze verschillen kunnen beïnvloeden’, zegt Derk-Jan Dijk, directeur van het Britse Surrey Sleep Research Centre.
Rosenberg stelt voor dat mensen hun werkschema aanpassen aan hun natuurlijke slaappatroon om hun gezondheid te beïnvloeden, maar Dijk zegt dat er misschien wel een gemakkelijkere manier is om hetzelfde te bereiken. Vorige maand werd een onderzoek gepubliceerd dat stelt dat de biologische klok van nachtbrakers zich vanzelf aanpast aan een vroeger ritme van slapen en opstaan, wanneer zij hun blootstelling aan kunstlicht verminderen en blootstelling aan zonlicht vergroten.