Brugklassers van een vmbo-school krijgen binnenkort een robot voor de klas. Onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam willen weten of kinderen iets van een robot leren en hoe de robot zich daartoe moet ‘gedragen’.
De robot zou de leraar kunnen bijstaan in ‘herhaaltaken, zoals het leren van tafels’, denken de onderzoekers. ‘Stel,’ zegt computer- en communicatiewetenschapper aan de VU Johan Hoorn, ‘ik ben leraar en heb twee kinderen die eigenlijk in de talentenklas moeten. Maar dat kan niet, want ik moet met 36 kinderen tafels oefenen. Nou, dan laat je dat die robot doen en jij wijdt je aan die twee slimme kinderen. Of aan die kinderen met dat rugzakje.’
Of dat werkt, moet uit het onderzoek blijken. De robot begint in januari met lesgeven en staat in enkele weken voor drie klassen. Op welke school het onderzoek wordt gedaan, willen de onderzoekers pas bekendmaken als het is afgerond.
In totaal krijgen circa veertig kinderen les van een robot. De onderzoekers doen de studie met Zora, een robot die nu ook al in enkele verpleeghuizen wordt ingezet om met de ouderen spelletjes of gymoefeningen te doen. Wereldwijd zijn er tweehonderd Zora’s ‘actief’.
Valkuil
Grote valkuil is dat de robot te spannend en leuk is. En dat kinderen wel met hem willen spelen, maar er niet beter van leren. Dat erkent ook onderzoeksleider Elly Konijn, hoogleraar mediapsychologie en communicatie aan de VU.
Zij zoekt specifiek naar antwoord op de vraag: welke manier van communiceren werkt het beste? Hoe moet een robot zich opstellen als kinderen een moeilijke som moeten leren? Hoe moet een robot zich gedragen die met getalenteerde kinderen werkt? Of met moeilijk lerende kinderen? Het is nog zeer prematuur, maar een voorlopig resultaat uit een onderzoek op een Engelse basisschool is dat de robot vooral niet te gezellig moet doen. ‘Het lijkt erop dat zo’n sociaal gezellige robot te veel afleidt van het leerdoel. Dat is de hypothese.’
Autisme
Het zou Konijn niets verbazen als een statische robot juist bij bijvoorbeeld autistische kinderen heel goed werkt. ‘Een echt mens heeft voortdurend emotionele uitdrukkingen op het gezicht. Autistische mensen hebben er veel moeite mee dat te interpreteren. Daar raken ze van in de war. Zo’n robot is dan geweldig, die kun je in een neutrale stand zetten en je kunt hem heel voorspelbaar van expressie laten veranderen.’
Wellicht dat moeilijk lerende kinderen of kinderen met adhd er ook bij gebaat zijn. ‘We weten van kinderen met adhd dat ze veel moeite hebben zich te concentreren op een taak en zich door het minste of geringste laten afleiden. Misschien werkt een robot, met het simpel herhalen van oefeningetjes, uiteindelijk veel beter dan een expressieve docent. Je kunt de saaiheid ook uitbuiten.’
Vorige week werd bekend dat het Belgische bedrijf QBMT 2,2 miljoen euro van een investeringsmaatschappij krijgt om de Zorafamilie uit te breiden. Dikke kans dat ze straks te zien zijn in het nieuwe Amsterdamse robotlaboratorium.
Vanaf 1 februari krijgt het Social Robotics Pop-up Lab (kortweg: Robopop), dat in september is opgericht, een onderkomen in A lab. Dit initiatief van de VU, A Lab en KPMG wordt een ‘makershol’, een discussieplek, een showroom voor Alice, Zora en hun collega’s. Investeerders, geïnteresseerden, ontwerpers en onderzoekers moeten er samen zoeken naar de rol van de sociale zorgrobot: wat die wel moet doen, en vooral wat die niet moet doen.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: