Zaagvissen gebruiken hun zaag om vissen op te sporen en vervolgens dood te slaan. Het precieze gebruik van hun zaag was nog niet eerder onderzocht.
Bioloog Barbara Wueringer van de universiteit van Queensland onderzocht met haar team hoe recent gevangen zwaardvissen reageerden op dode prooidieren. De vissen bleken in staat met hun zaag meerdere zijwaartse bewegingen per seconde te maken, soms zo hard dat ze de prooidieren in tweeën sloegen. Volgens de onderzoekers was de snelheid van de slagen ruim voldoende om ook levende vissen te kunnen vangen. ‘Filmbeelden van zwaardvissen met levende prooidieren ondersteunen deze conclusie’, aldus Wueringer.
Zaagvissen hebben duizenden kleine electroreceptoren op hun zaag, blijkt ook uit het onderzoek. Hiermee kunnen ze levende organismen in de buurt opsporen. Speciale ‘kanaaltjes’ langs de zijkanten van de zaag zorgen er bovendien voor dat de vissen bewegingen in het water kunnen aanvoelen. Op die manier zijn ze bijzonder goed in staat om ook met slecht zicht te jagen.
Omdat de dieren soms met hun zaag door het zand woelen, werd gedacht dat de zaagvissen op die manier zochten naar hun prooi. Volgens Wueringer is er een andere verklaring: ‘De tanden aan de zaag blijven doorgroeien, net zoals de tanden van een konijn. De zaagvissen slijpen ze daarom aan het zand.’
Zwaardvis. Bron: Lorenzo Blangiardi/Flickr