Met primitieve ogen aan het uiteinde van hun armen vormen zeesterren een beeld van hun omgeving. Het visuele systeem van de weekdieren is daarmee complexer dan gedacht en vormt een belangrijke aanwijzing voor de manier waarop onze eigen ogen zijn ontstaan.

Zeester
Zeesterren herkennen hun habitat met primitieve ogen aan de uiteinden van hun armen.
Bron: Wikimedia Commons/ Achim Raschka

Zeesterren vormen een beeld van hun omgeving met ogen op de topjes van hun armen. Tot die conclusie kwam een Deens team van biologen. Zij ontdekten dat de zeedieren met visuele informatie een voedselrijke habitat vinden, blijkt uit het onderzoek dat deze week werd gepresenteerd op een wetenschappelijk congres over experimentele biologie.

De onderzoekers kwamen tot hun conclusie na een experiment met zeesterren van de soort Linckia laevigata. Ze plaatsten enkele exemplaren zowel met als zonder ogen een meter bij hun hun voedselrijke habitat, een koraalrif, vandaan. De wetenschappers zagen zeesterren met ogen direct naar het rif kruipen, terwijl hun ‘blinde’ soortgenoten een willekeurige richting opgingen. Daarmee is volgens de biologen bewezen dat zeesterren beschikken over een centraal zenuwstelsel waarin de informatie uit de verschillende ogen tot een geheel wordt gesmeed.

Volgens bioloog Anders Garm, die het onderzoek leidde, bewijzen de resultaten het tegendeel van eerdere opvattingen. ‘Voorheen werd aangenomen dat de ogen van zeesterren niets meer waren dan lichtdetectoren, waarvan de informatie in het zintuig zelf werd verwerkt. Ons

Zeesteroog
Een zeesterrenoog is niet groen, bruin of blauw, maar donkerrood.
Bron: Dan-Erik Nilsson, Lund University

onderzoek toont echter aan dat zeesterren visuele informatie uit de verschillende ogen centraal moeten vergelijken en verwerken. Het is een beetje vergelijkbaar met insecten, die ook meerdere ogen voor één beeld gebruiken.’

Het onderzoek werpt volgens de onderzoekers nieuw licht op de evolutie van ogen. Toen ons ontwikkelde oog nog op de eerste treden van de evolutionaire ladder stond, was het waarschijnlijk vergelijkbaar met het simpele zeesterrenoog. De biologen menen dat de navigatie naar voedselrijke plekken een belangrijke drijfveer is geweest voor de ontwikkeling van het oog.